Nieuwe eco-vallei in Genk en Oudsbergen verbindt twee natuurgebieden
Aan de N76 in Oudsbergen zijn de werken gestart voor de komst van een eco-vallei van 65 meter breed. Op deze manier wordt de natuur langs de drukke gewestweg weer met elkaar verbonden. Het landschap gaat onder de N76 lopen. De weg wordt op pijlers gezet. De werken nemen anderhalf jaar in beslag goed voor een prijskaartje van 4,4 miljoen euro.
Dat er iets voor de natuur wordt gedaan is natuurlijk altijd heel positief. Wie kan er in deze tijden van ecologisch bewustzijn nu tegen een eco-vallei zijn die 2 natuurgebieden met elkaar verbindt?
Maar is het nu niet heel toevallig dat Zuhal Demir nu net hier een Eco-vallei presenteert, op exact dezelfde locatie als waar de leidingstraat op dit punt zal passeren.
En hoe toevallig ook dat deze Eco-vallei ongeveer dezelfde breedte zal krijgen als die van de leidingstraat. Eco-vallei: 65 meter, Leidingstraat 50 meter. Het is precies alsof die Eco-vallei op maat van de Leidingstraat gemaakt is.
Heel toevallig.
Met andere woorden, ze zijn eigenlijk al begonnen met de voorbereidende werken om die leidingstraat aan te leggen. Maar ze doen het nu onder het mom van “ecologische” projecten om zo minder weerstand van de bevolking te krijgen. Want wees nu eerlijk, wie kan er in deze tijden van ecologisch bewustzijn nu tegen een eco-vallei zijn die 2 natuurgebieden met elkaar verbindt?
Is deze Eco-vallei er wel echt om de natuur te helpen, of is het een mooi verpakte verdoken voorbereiding voor de Leidingstraat Antwerpen-Ruhr?
Hoorzitting over de leidingstraat als een van de transportmodi tussen de haven van Antwerpen tot aan de grens met Nederland (Geleen) en verder tot in het Ruhrgebied
Externe sprekers Peter David (expert planprocessen Departement Omgeving), Tanja Merckx (Logistics Advisor Essenscia), Gert Verreth (directeur Communicatie en Public Affairs Essenscia), William Demoor (VP Customer Relations Port of Antwerp-Bruges), prof. Kevin Van Geem (Laboratory for Chemical Technology, Center for Sustainable Chemistry, UGent), Tycho Van Hauwaert (beleidsmedewerker industrie en circulaire economie, Bond Beter Leefmilieu), Frederik Mollen (beleidsmedewerker ruimte Natuurpunt) en Leentje Vanhamme (director Transformation & Sustainability Fluxys)
De Vlaamse Regering besliste op 20 januari 2023 het GRUP Leidingstraat Antwerpen-Ruhr stop te zetten. Het project zal grondig bijgestuurd worden om onteigeningen te voorkomen, natuurschade zoveel mogelijk te vermijden en de leidingstraat in te schakelen in de klimaat- en energietransitie. Aan de industrie wordt een uitgesproken engagement gevraagd vooraleer een nieuwe startnota aan de regering kan worden voorgelegd.
Convenant met de industriële partners
De Vlaamse Regering vraagt een sterk engagement van de bedrijven en zal een convenant afsluiten. Daarin concretiseren de industriële partners formeel hun intenties en timing voor het gebruik van de leidingstraat en voor het beheer, de financiering en het nodige flankerend beleid. De Vlaamse regering zal pas overgaan tot een doorstart in dit proces wanneer deze convenant afgesloten is.
van LUDWIG VANDENHOVE datum: 4 oktober 2022 aan ZUHAL DEMIR VLAAMS MINISTER VAN JUSTITIE EN HANDHAVING, OMGEVING, ENERGIE EN TOERISME
15 september 2022 : Ingediend 15 september 2022: Naar commissievoorzitter 22 september 2022: Ontvankelijk 22 september 2022: Klaar voor behandeling in de commissie 4 oktober 2022: Commissievergadering
Vraag om uitleg van Ludwig Vandenhove aan Zuhal Demir, Vlaams minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, over de Leidingstraat Antwerpen-Ruhr
Verslag
De voorzitter
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (Vooruit)
Collega’s, minister, ik heb over deze problematiek al een aantal vragen gesteld, zowel mondeling als schriftelijk. Vermits we hierover al een hele tijd niets meer gehoord of gelezen hebben, bij dezen een nieuwe vraag.
In eerdere vragen heb ik telkens om een stand van zaken gevraagd, maar de onduidelijkheid hierrond blijft aanslepen en de omwonenden, stakeholders en actiegroepen zijn dan ook ongerust. Het bewijs daarvan kan worden gevonden in de vele bezwaren die werden ingediend, en in een petitie met heel wat handtekeningen tegen de plannen. Nu, in Vlaanderen is het niet simpel meer om nog iets grootschaligs te doen, dat begrijp ik, maar toch denk ik dat de bevolking en de betrokken gemeenten recht hebben op duidelijkheid.
Ik verwijs nogmaals naar uw belofte dat u met dit dossier na de krokusvakantie naar de regering zou gaan – normaal gezien houdt u zich aan uw beloftes – en dat u nadien een uitgebreide communicatie zou opzetten richting lokale besturen en bevolking. Is deze communicatie in voorbereiding? Zo niet, waarom niet?
In de pers is er momenteel heel wat commotie rond het Ventilusproject, aan de andere kant van Vlaanderen. Zorgt de commotie en vertraging rond Ventilus voor een vertraging in dit dossier? Is er een verband? Zo ja, op welke manier?
Ik kijk uit naar uw antwoord.
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Het feit dat het stil is rond het dossier, wil zeggen dat er hard aan gewerkt wordt. (Opmerkingen van Ludwig Vandenhove)
We hebben nog een aantal weken tot aan de krokusvakantie, maar de bedoeling is inderdaad om dit dossier tegen dan naar de regering te brengen.
Het planteam stelt dat het project cruciaal is om de klimaat- en energietransitie van de grootste economische clusters in Vlaanderen mogelijk te maken. Om dat te realiseren moeten we de transitie in de plandoelstelling uitdrukkelijker verankeren. Dat maakt het project ook concreter en realistisch.
Ikzelf geloof niet alles wat er in de pers verschijnt; ik hoop u ook niet. Er is geen verband met Ventilus. Dit zijn twee totaal verschillende dossiers die elk over iets volledig anders gaan. Beide projecten zijn natuurlijk wel technisch zeer complex en zijn belangrijk voor de toekomst van Vlaanderen op het vlak van energie, klimaat en economie. Beide projecten hebben ook een heel grote maatschappelijke betekenis. Het is goed dat daarover een grondig debat kan plaatsvinden en dat we de tijd en ruimte nemen om daarover van gedachten te wisselen met de lokale besturen. Draagvlak is belangrijk in zulke dossiers. Het is onze taak om dat samen met de lokale besturen te creëren en uit te leggen waarom we dit doen.
Minister, de Leidingstraat is natuurlijk niet niets, maar daar komt nog meer bij kijken: het gaat niet alleen over de Leidingstraat zelf maar ook over economie en mobiliteit, zoals u deels al aangaf. We moeten kijken naar de toekomst. We weten dat het momenteel vrij snel gaat, ook op innovatievlak, ook op het vlak van veranderingen. We zijn bezig met energie en klimaat. We moeten dus kijken hoe we dat in de toekomst gaan doen. Want willen we die Leidingstraat ruimtelijk in orde krijgen, dan zullen we toch eerder sneller dan later moeten ageren. Want ook al wordt er niet binnen de eerste vijf jaar gebouwd, we moeten toch de ruimte hebben om de Leidingstraat alsnog te bouwen. Ik wil dus vragen aan de sp.a om bij de hoorzitting, waarom ik gevraagd heb, hierover een spreker af te vaardigen. Dan kunnen we dat misschien in deze commissie terdege bespreken, want een draagvlak is zeker nodig. Dan kunnen we daar in eensgezindheid – niet alleen bij de bevolking maar ook bij de partijen – over oordelen.
De voorzitter
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Tinne Rombouts (cd&v)
Ik sluit me graag aan bij deze vraag. We hebben hierover in het verleden inderdaad al regelmatig vragen en discussies gehad. Minister, ik wil toch vooral mijn bezorgdheid uiten over het draagvlak en de mogelijkheden om de Leidingstraat zoals voorzien aan te leggen in Vlaanderen.
Ik denk dat de hoeveelheid en ook de diversiteit van de reacties, waarbij verschillende knelpunten naar boven kwamen, aantoont dat het nodig was om dit grondig te herbekijken. Er moest worden nagegaan hoe we bepaalde elementen konden wegnemen. Zoals u zelf aangeeft, is de eerste cruciale vraag wat de noodzaak is van het project en wat men precies met het project voor ogen heeft. Want je kunt natuurlijk heel Vlaanderen voorbehouden voor van alles en nog wat en met andere woorden op een gegeven moment alles gewoon lamleggen omdat iets wordt voorbehouden om er ‘ooit misschien’ eens iets mee te doen, waardoor andere plannen gedwarsboomd worden. Ik denk dus dat het heel belangrijk is dat er een goede visie wordt uitgewerkt waarbij met alle elementen die een maatschappij nodig heeft rekening wordt gehouden.
Minister, u geeft heel duidelijk aan dat opnieuw de opdracht gegeven werd om de onderbouwing van dat project te verfijnen en verbeteren. U geeft aan dat u er ondertussen van overtuigd bent dat het project noodzakelijk is. Ik denk dat het, zoals u al zei, heel belangrijk is dat iedereen wel de kans krijgt om opnieuw ingelicht te worden. U wilt de gemeenten opnieuw op de hoogte brengen en ook de burgers, die de vorige keer via de gemeenten op de hoogte gebracht werden. Ik ben zeker benieuwd naar de timing maar stel me ook de vraag welke procedure u verder zult volgen. U geeft aan dat er grote wijzigingen aangebracht zijn aan het project. Is het dan niet aangewezen om opnieuw met een startnota te komen en op basis daarvan opnieuw de adviesronde – want we zitten nog niet in de fase van een openbaar onderzoek – te doorlopen? Want ik denk dat er heel wat mensen zijn die zich op basis van die nieuwe kennis opnieuw moeten kunnen uitspreken. Als je grote wijzigingen aanbrengt, kun je daarmee natuurlijk aan de ene tegemoetkomen maar mogelijk de andere in de problemen brengen. Anderzijds kan het ook mogelijk zijn dat daarmee een groter draagvlak gecreëerd wordt. Ik wil u dus het volgende vragen, minister. Wat is de volgende stap die u wilt zetten? Gaan we door met de procedure en zal men dan ooit wel geïnformeerd worden en met een openbaar onderzoek geconfronteerd worden? Of komen we effectief met een nieuwe startnota en gaan we opnieuw aan de slag met de mensen op het terrein?
Dank u collega’s. De noodzaak van dit project … Het is een project naar de toekomst toe, dus ik deel de mening van de groene fractie totaal niet. Ik denk dat de toekomst, ook voor de chemische cluster, de groene chemicaliën zijn, die ook op een of andere manier vervoerd moeten worden. Dat moet ook met waterstof gebeuren in de toekomst, maar we weten allemaal dat dat niet voor volgend jaar is, of het jaar nadien of ik weet niet wanneer.
Het verschil met Ventilus is dat dit een ondergronds project is. Dat is heel duidelijk. Maar u ziet dat ook hier bezwaar is. Ik kijk naar de collega’s van het Vlaams Belang. Jullie zijn natuurlijk tegen alles, ook tegen dit project. Dit is ondergronds, maar ook hier is er protest.
Ik denk dat die omslag, die groene energietransitie, sowieso de bedoeling is. Ook de industrie wil daar volle bak op inzetten. Vandaar ook de herwerking van die doelstellingen, zoals ik eerder heb gezegd. Ik denk dat de collega van Groen niet zo goed heeft geluisterd. Ik zei in het begin van mijn antwoord dat we de doelstellingen aan het aanpassen zijn. U moet wel luisteren, collega’s van Groen.
Qua timing hoop ik natuurlijk dat dit zo snel mogelijk kan, maar we zullen dit eerst in de schoot van de Vlaamse Regering moeten bekijken. De nota wordt door de administratie en het planteam op dit moment opgesteld. Dan is het de bedoeling dat we daar zo snel mogelijk duidelijkheid over krijgen.
Draagvlak is cruciaal. We gaan daar zowel rechtstreeks met de bevolking, maar ook met de lokale besturen mee aan de slag moeten gaan. Ik hoop dat dit zo snel mogelijk zal gebeuren. Ik had me gefocust op de krokusvakantie, voor of na. Het zal dus ergens rond die periode zijn.
De voorzitter
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (Vooruit)
Inhoudelijk is het goed dat we bijna vanaf nul beginnen, maar de timing is natuurlijk heel belangrijk. Daar wordt opnieuw niet op ingegaan, net als bij de vorige vragen. Dat is nochtans essentieel als je de bevolking wilt geruststellen, los van de inhoud. In die zin hoop ik, minister, dat het zeker gebeurt bij het komend krokusverlof. Misschien op carnaval, dat valt in het krokusverlof.
van MAARTEN DE VEUSTER datum: 18 februari 2022 aan ZUHAL DEMIR VLAAMS MINISTER VAN JUSTITIE EN HANDHAVING, OMGEVING, ENERGIE EN TOERISME
18 februari 2022 : Vraag gesteld aan de minister 18 maart 2022: Einde van de antwoordtermijn 18 maart 2022: Tijdig beantwoord 12 april 2022: Publicatie op de website
Aanleg leidingstraat Antwerpen-Ruhrgebied – Vergelijkbaar project Delta Corridor Nederland
De studie met betrekking tot de aanleg van de leidingstraat Antwerpen-Geleen- Ruhrgebied is momenteel in volle voorbereiding. In de loop van dit proces is gebleken dat er tegen de aanleg van deze leidingstraat bezwaren werden ingediend en dat veel vragen nog niet beantwoord zijn. Maar uiteindelijk moet dit in 2023 leiden tot een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) dat het traject zal vastleggen tussen de Antwerpse haven en Geleen aan de Nederlandse grens voor een reservatiezone voor ondergrondse pijpleidingen.
Midden vorig jaar is ook het Havenbedrijf Rotterdam en de Rotterdam Rijn Pijpleiding Maatschappij (RPR – dat olieproducten sinds de jaren zestig vanuit Rotterdam via Venlo naar Duitsland doorheen een pijpleiding vervoert) gestart met een gezamenlijke haalbaarheidsstudie voor de aanleg van ‘buisleidingen’, zo heet dat in Nederland, voor verschillende producten (waterstof, CO2, LPG en propeen) tussen Rotterdam, de Limburgse chemiecluster Chemelot en Noordrijn-Westfalen.
Dit project kreeg de naam Delta Corridor en zal dus belangrijke industrieclusters in Nederland en Duitsland met elkaar verbinden. Daarbij spreekt men uiteindelijk zelfs van een realisatietermijn van amper vier jaar. Er is zelfs sprake van om vanuit Moerdijk andere clusters in Vlaanderen op de Delta Corridor aan te sluiten via een mogelijke buisleidingenbundel, grotendeels doorheen Zeeuws-Vlaanderen, langs Antwerpen, Gent, Terneuzen en Vlissingen.
Is de minister op de hoogte van de Nederlandse plannen voor de bouw van de Delta Corridor?
Vinden hierover gesprekken plaats met de Nederlandse overheid en met de initiatiefnemers van de Delta Corridor? Wat is hiervan desgevallend de stand van zaken?
Nederland mikt op een uitvoeringstermijn van 4 jaar. Kan de minister alvast een stand van zaken en een timing geven voor wat betreft de leidingstraat Antwerpen-Geleen-Ruhrgebied?
ZUHAL DEMIR VLAAMS MINISTER VAN JUSTITIE EN HANDHAVING, OMGEVING, ENERGIE EN TOERISME ANTWOORD op vraag nr. 525 van 18 februari 2022 van MAARTEN DE VEUSTER
De Vlaamse Regering, noch ikzelf ben rechtstreeks op de hoogte gebracht van dit Nederlandse initiatief. Zoals u aangeeft zijn nu de resultaten van een haalbaarheidsstudie in Nederland bekend gemaakt.
Ik heb er geen weet van dat er rechtstreekse gesprekken met de Nederlandse overheid over dit initiatief gevoerd zouden zijn. Zoals u weet is er structureel overleg met zowel de Nederlandse als de Duitse overheid (NoordRijn-Westfalen) in het kader van de zogenaamde Trilog of trilaterale chemiestrategie.
Ik verwijs naar mijn antwoord van 27 februari op verschillend vragen in de commissie van het Vlaams Parlement. Ik leg het dossier van de leidingstraat Antwerpen-Ruhr (Geleen) op korte termijn voor aan de Vlaamse Regering.
De leidingstraat is bedoeld als een reservatie van ruimte om in de toekomst leidingen te kunnen realiseren. Er wordt ingespeeld op een snel veranderende energie-situatie. Het concept van common-carrier speelt daar zeker een rol in.
Ik kan dat niet inschatten wanneer het Nederlandse plan operationeel zal zijn.
Het spreekt voor zich dat een gelijktijdige aanleg van verschillende leidingen veel voordelen zou hebben. Ik stel anderzijds vast dat de energie-transitie verloopt met grote sprongen en dat er veel onzekerheid is over de concrete aanpak van deze transitie. Een gelijktijdige aanleg is zeker niet de enige optie.
Momenteel zijn we (nog steeds) aan’t wachten op de scopingnota. Deze had eigenlijk al op tafel moeten liggen in het najaar van 2021. Na verschillende parlementaire bevragingen is deze scopingnota weeral uitgesteld, nu tot na de krokusvakantie. Bekijk hier het laatste verslag van 24 februari 2022
De procedure
Momenteel zitten we dus nog steeds in de fase van de opmaak van die scopingnota. Eens die scopingnota opgemaakt is gaat het voorontwerp RUP en de effectenrapporten opgemaakt worden.
Hierna gaat er een nieuwe openbaar onderzoek komen van 60 dagen waar wij terug inspraak krijgen en bezwaarschriften in kunnen geven.
Bezwaarschrift 2.0
Hoe lang we moeten wachten op de 2e openbaar onderzoek en publieke inspraakfase is nog totaal ongekend maar ik stel voor dat we die extra tijd gebruiken, bovenop die 60 dagen van het openbaar onderzoek zelf, om nu al te beginnen met het opmaken van een nieuw bezwaarschrift, versie 2.0.
Als we met meerdere mensen hier nu al aan beginnen te werken kunnen we er iets deftigs van maken en kunnen we al onze argumenten ook veel beter onderbouwen. We hebben ons nu al goed kunnen verdiepen in deze materie en hebben ook al een veel beter zicht op het geheel dan tijdens die eerste publieke inspraakronde. Toen kwam dit dossier als een donderslag bij heldere hemel op ons neer gedaald en werden we verplicht om ons op een heel beperkte tijd in te lezen en vertrouwd te maken met het dossier en snel snel een bezwaar in elkaar te boksen.
Nu we vertrouwd zijn met het dossier kunnen nu meer tijd steken in de opmaak van het bezwaarschrift, dit geeft ons ook veel beter de kans om rustig en gestructureerd een degelijk dossier samen te stellen, alle teksten te bundelen, dieper te onderbouwen, rustig na te kijken, bij te sturen en te verbeteren.
Meerdere bezwaarschriften
En ik zou het ook niet bij 1 bezwaarschrift houden. Uit de parlementaire bevragingen heb ik begrepen dat de bezwaarschriften in 3 categorieën verdeeld werden:
De inspraakreacties vallen uiteen in drie categorieën. Er zijn de algemene reacties, die het nut van het project in vraag stellen en pleiten voor het behoud van natuur, landschap en leefomgeving. Dat is de grote meerderheid van de reacties. Ten tweede zijn er ook heel veel inspraakreacties die ervoor pleiten om specifieke gebieden met grote natuurwaarden te ontzien. Ten derde zijn er veel inspraakreacties van eigenaars van woningen, bedrijfsgebouwen, landbouwbedrijven en landbouwgronden. Uiteraard vragen heel veel van die mensen om hun eigendom te ontzien.
Ik ben ervan overtuigd dat zulke goed uitgewerkte bezwaarschriften veel meer impact zullen gaan hebben.
Zijn er mensen die het dossier al goed kennen, goed inzicht hebben in deze materie en zin hebben om in hun pen te kruipen en hier aan mee te werken? Laat het ons zeker weten.
Iedereen is intussen al wel bekend met de al decennia durende politieke discussie rond het afbouwen van onze kerncentrales. Zelfs op dit moment zijn ze met deze debatten nog steeds niet tot een oplossing gekomen. De politieke impasse blijft maar aanslepen.
Het zijn vooral de Groenen die vragende partij zijn en grote voorstander om te stoppen met kernenergie.
Het huidig aanbod aan groene en hernieuwbare energiebronnen, zoals windmolens en zonnepanelen, is echter nog niet uitgebreid en betrouwbaar genoeg om de capaciteit van die kerncentrales op te vangen. Dus als alternatief willen de Groenen nu “tijdelijk” gascentrales gaan bouwen om zo dat energie-productieverlies op te vangen.
Ironisch en zeer bedenkelijk dat uitgerekend een “groene” partij nu kiest voor een “tijdelijke” oplossing op basis van fossiele brandstof. Ik hoef er geen tekeningetje bij te maken dat deze gascentrales enorm veel Co2 en andere schadelijke stoffen in onze al zo vervuilde atmosfeer zullen gaan stoten.
Dat je kerncentrales gaat vervangen door hernieuwbare energiebronnen, zoals wind- en zonne-energie, daar kan ik nog achter staan. Maar niet-vervuilende kernenergie gaan vervangen door Co2 producerende en vervuilende gascentrales kan er bij mij echt niet door, ook al claimen ze dat het tijdelijk is. Er is in mijn ogen helemaal niets tijdelijks aan het bouwen van de grootste gascentrale van het land. Dat die “Groenen” dit als een “milieuvriendelijke” oplossing aanzien kan ik totaal niet bij met mij verstand. En dat in een klimaat waar juist de reductie van die uitstoot zo extreem belangrijk is en al zo hoog op de politieke agenda staat. In een wereld waar zowat alle landen afspraken en klimaatakkoorden hebben afgesloten om juist die uitstoot te verminderen.
En dan hebben we het ook nog niet gehad over de enorm gestegen gasprijzen en de grote onzekerheid die de gespannen situatie in Ukraïne op toekomstige gasleveringen vanuit Rusland met zich meebrengen. Hoe zeker is onze energievoorziening zonder kerncentrales als de Russische gasbevoorrading straks plots weg valt? Waarom wil men de zekerheid van kernenergie, die we in eigen handen hebben, opofferen voor onzekerheid van gas-energie waarbij we voor de bevoorrading afhankelijk zijn van de grillen Rusland?
Tessenderlo
Sinds kort is er in Tessenderlo heel wat stof opgewaaid toen de plannen bekend werden voor de bouw van een extra gascentrale in Tessenderlo. En net zoals we bij de leidingstraat hebben ervaren werden de plannen voor de bouw van deze centrale en de daarbij horende publieke inspraakronde niet naar het publiek gecommuniceerd en mooi handig uit de media gehouden. Pas toen de bezwaartermijn op amper een week van de vervaldatum zat pikte de media het pas op. De ontsteltenis en woede bij de buurtbewoners en de bevolking van Tessenderlo was dan ook groot, en vooral omdat men dit weer eens via de media is te weten gekomen.
Het is deze gascentrale in Tessenderlo die voor de capaciteitsopvang van de af te bouwen kerncentrales moet gaan zorgen. Het zou de grootste gascentrale van ons land gaan worden.
Ook over de tijdelijkheid stel ik me serieuze vragen. Ik zie de logica niet dat men vele miljoenen gaat pompen in een zulk grote centrale die uiteindelijk maar “tijdelijk” zou zijn. En wat bedoelen ze dan juist met tijdelijk? Hoeveel tijd zal men nodig hebben om voldoende hernieuwbare energiebronnen te bouwen, zoals windmolens en zonnepanelen, om de capaciteit van de huidige kerncentrales te evenaren en zo de nood aan die gascentrales weg te werken? Is dat 5 jaar, 10 jaar, 50 jaar? Hoe tijdelijk zal die “tijdelijke” oplossing nu eigenlijk worden?
De Leidingstraat
Wat hebben die kernuitstap, de nieuwe gascentrale van Tessenderlo en de leidingstraat nu eigenlijk met elkaar te maken?
In eerste opzicht lijkt dit dossier rond de kernuitstap totaal niets te maken met dat van de Leidingstraat. Maar eigenlijk is het heel simpel. De Groenen willen af van kernenergie. Om de energieproductie naar de toekomst te kunnen garanderen willen ze gascentrales bouwen. Zo’n gascentrale heeft natuurlijk heel veel gas nodig om te kunnen functioneren, en hoe gaat men dat gas ter plaatse te krijgen? Juist, via een pijpleiding. En waar gaat die pijpleiding komen te liggen? In de leidingstraat natuurlijk. En zo wordt het hele leidingstraat-dossier integraal ook onderdeel van de hele kernuitstap-discussie.
Je hoeft dus geen universitaire studies gedaan te hebben om aan de hand van dit kaartje te kunnen zien dat de leidingstraat en die gascentrale duidelijk met elkaar te maken hebben.
Geen relatie tussen de verschillende dossiers
Wat wel erg opvalt in al deze dossiers is dat er nergens iets gezegd wordt over die andere dossiers. Zo zal je in het dossier van de leidingstraat nergens een vermelding vinden van die gascentrale en omgekeerd zal je in het dossier van die gascentrale niets terug vinden over de plannen van de leidingstraat. Idem met het hele dossier rond die kernuitstap.
Al deze dossiers hebben schijnbaar niets met elkaar te maken. De uitleg hiervoor is dan ook heel mooi dat men geen linken kan leggen naar projecten of dossiers die nog lopende zijn en nog niet zijn afgewerkt. Handig toch hè, hoe men zich zo kan verschuilen achter bureaucratische en administratieve regeltjes. Maar als je tussen de regels door kan lezen, wat inzicht krijgt in de verschillende dossiers en de kaartjes kan interpreteren kan je de verschillende puntjes wel mooi met elkaar verbinden.
Zo hebben we intussen ook een verband gevonden tussen de leidingstraat en de gepland bouw van een nieuwe ethaankraker door INEOS, in de haven van Antwerpen. INEOS gaat hun eindproducten willen vervoeren via pijpleidingen die, je raad het al, in de leidingstraat zullen komen te liggen. Ook hier zal je in elk dossier geen referentie terug vinden naar het andere.
De schade die de leidingstraat zal aanrichten zal dus veel groter zijn dan die van de aanleg alleen. Reken de bijkomende schade en impact op het milieu die de leidingstraat onrechtstreeks zal aanrichten via de uitstoot van die gascentrale er maar gerust bij. Zo ook met bijkomende schade en vervuiling die de activiteiten van INEOS met zich mee zullen brengen. Of is dat misschien het “algemeen belang” waar ze het in dat dossier over hebben?
Het gevaar is nu dat als het ene dossier er door geraakt, het fundament voor het andere dossier gelegd wordt en dat die dossiers vervolgens ook een hogere kans op slagen zullen krijgen. Dus als we de kernenergie behouden is er minder of geen nood aan een extra gascentrale en als we zo die gascentrale kunnen tegenhouden, is de noodzaak voor een leidingstraat meteen ook een heel stuk lager. Laat deze denkpiste nu ook maar meetellen in jouw opinie over het al dan niet behouden van kernenergie. Dus voor degenen die tegen de leidingstraat zijn maar toch nog twijfelen aan die kernenergie, bezie het behoud van de kerncentrales als de vijand van die gascentrale en de leidingstraat. En aanzie de vijand van jouw vijand maar als vriend.
Onze actiegroepen zijn momenteel nog heel verspreid over verschillende Facebookgroepen. We zijn ons al deftig aan’t organiseren de contacten tussen verschillende groepen beginnen te groeien.
Volgende groepen zijn niet rechtstreeks aan ons gelinkt maar hun activiteiten liggen wel in het verlengde met waar wij mee bezig zijn, zijn er rechtstreeks of onrechtstreeks aan gerelateerd en/of houden zich bezig met gelijkaardige problematiek.
‘Een toename van het transport per pijpleiding betekent een afname van het wegtransport’
NIET WAAR – Eerder niet waar – Eerder wel waar – Waar
‘Een toename van het transport per pijpleiding betekent een afname van het wegtransport’ (Flyer Vlaamse overheid)
Draagvlak vinden voor ingrijpende infrastructuurwerken is geen sinecure. Het departement Omgeving van de Vlaamse overheid nam daarom voor dit dossier het Gentse bureau Dens Communicatie in de arm: dat organiseert onder meer participatiemomenten en neemt de externe communicatie over de leidingstraat in handen. Zo stelde het een flyer samen om het project bevattelijk uit te leggen aan burgers en betrokkenen.
Op de flyer staat een stevig pro-argument onder de titel ‘Waarom een leidingstraat?’ . Transport via pijpleiding zou duurzaam zijn, want ‘een toename van het transport per pijpleiding betekent een afname van het wegtransport. Zo vervoert de Pijpleiding Antwerpen Limburg Luik (Pall) jaarlijks het volume van ca. 100.000 vrachtwagens tussen Antwerpen en Geleen.’
1 versus 150.000
Het is een populaire vergelijking in het discours rond pijpleidingen: dat een leiding gelijk staat aan x aantal ritten of vaarten – die bijgevolg uitgespaard worden. Ze staat onder meer op de website van Fetrapi (de Federatie van Transporteurs door middel van Pipeline) en ook in het ‘Onderzoek naar de potenties van de leidingstraat Antwerpen-Ruhr 2018’: ‘Het transport van 2,7 miljoen ton vloeibare koolwaterstof over een afstand van 150 km (bijvoorbeeld Antwerpen-Geleen) staat gelijk aan 1 pijpleiding = 1.300 afvaarten = 4.000 spoorwagonritten = 150.000 vrachtwagenritten’.
In het licht van de modal shift, de ambitie om transport duurzamer en groener te organiseren, klinkt dit als een gouden formule. En hoewel transport per pijpleiding in vergelijking met weg-, water- en spoortransport overtuigend als meest duurzame vervoersmodus uit de bus komt, klopt de redenering achter deze rekenoefening en dit specifieke argument in de flyer niet helemaal.
Dat zegt ook professor Elvira Haezendonck (VUB), gespecialiseerd in infrastructuur, havens, strategie en mobiliteit. Ze was als onderzoeker betrokken bij het onderzoeksrapport uit 2018. ‘De vergelijking klopt wel, maar dat betekent nog niet dat je met de komst van nieuwe pijpleidingen een absolute verschuiving zult zien op de weg’, zegt ze. ‘Er zullen niet plots honderden of duizenden vrachtwagens minder rondrijden. Wel zal de groei die de industrie dankzij de nieuwe leidingstraat realiseert, duurzamer georganiseerd zijn. Net omdat ze meer extra grondstoffen via pijpleidingen transporteert.’
De bestaande vloot vrachtwagens zal niet zomaar krimpen, want de grondstoffen die ze aanleveren ‘vragen’ meestal niet om een pijpleiding. De verklaring ligt bij het rendement van een leiding(straat): die is pas kostenefficiënt en dus een meerwaarde, zo staat in het potentiesrapport te lezen, als er minstens gedurende tien jaar een groot en constant volume van een bepaalde grondstof door kan worden gejaagd. Heeft een bedrijf daar geen nood aan, dan is transport per vrachtwagen, trein of boot realistischer.
Worden er dan niet op zijn minst toekomstige vrachtwagens van de weg gehaald? Ook dat is allesbehalve zeker. De industriële groei die men wil realiseren, is in sterke mate afhankelijk van de leidingstraat. Anders gezegd: een gelijkaardige groei is niet realiseerbaar via wegtransport, legt Marten Dugernier uit, hoofdonderzoeker bij het studiebureau Antea Group, dat onderzoek voert naar de leidingstraat in opdracht van de Vlaamse overheid. ‘De gevraagde volumes grondstoffen zijn te groot om aan te leveren per vrachtwagen. Ook het spoortransport zit aan zijn limiet.’
Of toch?
In het Potenties-rapport staat wel dat bijvoorbeeld het aandeel aardolie dat vandaag nog via scheepvaart vervoerd wordt, zou kunnen overschakelen naar transport via pijpleiding: ‘Zo komt capaciteit vrij op schepen, die op hun beurt gebruikt kunnen worden om goederen over te nemen die normaliter via de weg getransporteerd worden.’ Maar dat is geen evidente oefening, want niet alles laat zich per schip vervoeren. Bovendien moeten de goederen vanop een schip nog tot bij de bestemmeling geraken. En dat gebeurt doorgaans per vrachtwagen.
Conclusie: We bestempelen de stelling als ‘niet waar’, omdat ze beweert dat een nieuwe pijpleiding zal leiden tot een daling van het aantal vrachtwagens op onze wegen. Dat is niet zo: een leiding faciliteert extra industriële groei en vermijdt dus hoogstens een verdere toename. In het allerbeste geval kan ze beperkt capaciteit vrijmaken op schepen en goederenwagons, en is er zo een indirect effect op het wegtransport doordat andere goederen die plaats kunnen innemen. Maar dat is geen evidente oefening. Bovendien is de vraag of de industriële groei, en dus de toename in productiecapaciteit, op het einde van de rit niet leidt tot meer transport op de weg, aangezien (eind)producten hun weg naar de koper moeten vinden. Tenzij ook die in grote mate via pijpleidingen kunnen getransporteerd worden, maar daar hebben we geen zicht op. (vsa)