SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 525

van MAARTEN DE VEUSTER
datum: 18 februari 2022
aan ZUHAL DEMIR
VLAAMS MINISTER VAN JUSTITIE EN HANDHAVING, OMGEVING, ENERGIE EN TOERISME


18 februari 2022 : Vraag gesteld aan de minister
18 maart 2022: Einde van de antwoordtermijn
18 maart 2022: Tijdig beantwoord
12 april 2022: Publicatie op de website


Aanleg leidingstraat Antwerpen-Ruhrgebied – Vergelijkbaar project Delta Corridor Nederland

De studie met betrekking tot de aanleg van de leidingstraat Antwerpen-Geleen-
Ruhrgebied is momenteel in volle voorbereiding. In de loop van dit proces is gebleken dat
er tegen de aanleg van deze leidingstraat bezwaren werden ingediend en dat veel vragen
nog niet beantwoord zijn. Maar uiteindelijk moet dit in 2023 leiden tot een gewestelijk
ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) dat het traject zal vastleggen tussen de Antwerpse
haven en Geleen aan de Nederlandse grens voor een reservatiezone voor ondergrondse
pijpleidingen.

Midden vorig jaar is ook het Havenbedrijf Rotterdam en de Rotterdam Rijn Pijpleiding
Maatschappij (RPR – dat olieproducten sinds de jaren zestig vanuit Rotterdam via Venlo
naar Duitsland doorheen een pijpleiding vervoert) gestart met een gezamenlijke
haalbaarheidsstudie voor de aanleg van ‘buisleidingen’, zo heet dat in Nederland, voor
verschillende producten (waterstof, CO2, LPG en propeen) tussen Rotterdam, de
Limburgse chemiecluster Chemelot en Noordrijn-Westfalen.

Dit project kreeg de naam Delta Corridor en zal dus belangrijke industrieclusters in
Nederland en Duitsland met elkaar verbinden. Daarbij spreekt men uiteindelijk zelfs van
een realisatietermijn van amper vier jaar. Er is zelfs sprake van om vanuit Moerdijk
andere clusters in Vlaanderen op de Delta Corridor aan te sluiten via een mogelijke
buisleidingenbundel, grotendeels doorheen Zeeuws-Vlaanderen, langs Antwerpen, Gent,
Terneuzen en Vlissingen.

  1. Is de minister op de hoogte van de Nederlandse plannen voor de bouw van de Delta
    Corridor?
  2. Vinden hierover gesprekken plaats met de Nederlandse overheid en met de
    initiatiefnemers van de Delta Corridor? Wat is hiervan desgevallend de stand van
    zaken?
  3. Nederland mikt op een uitvoeringstermijn van 4 jaar.
    Kan de minister alvast een stand van zaken en een timing geven voor wat betreft de
    leidingstraat Antwerpen-Geleen-Ruhrgebied?
  4. Het Nederlandse concept gaat uit van Common Carrier Leidingen die door
    verschillende partijen/klanten gebruikt zouden kunnen worden. Vlaanderen denkt
    blijkbaar nog steeds aan Dedicated Carrier Leidingen, aangelegd door en ten
    behoeve van één klant per pijpleiding.
    Waarom kiest Vlaanderen voor dit concept?
  5. Hoe schat de minister het concurrentievoordeel van Rotterdam ten opzichte van
    Antwerpen in als Nederland de Delta Corridor sneller operationeel heeft?
  6. De vier buisleidingen van de Delta Corridor zouden onmiddellijk in één bundel
    worden aangelegd, wat ook financieel voordelig zou zijn en de overlast tijdens de
    bouw zou beperken.
    Ziet de minister dit als een na te volgen voorbeeld voor de Leidingstraat Antwerpen-
    Geleen-Ruhrgebied?

ZUHAL DEMIR
VLAAMS MINISTER VAN JUSTITIE EN HANDHAVING, OMGEVING, ENERGIE EN TOERISME
ANTWOORD op vraag nr. 525 van 18 februari 2022 van MAARTEN DE VEUSTER

  1. De Vlaamse Regering, noch ikzelf ben rechtstreeks op de hoogte gebracht van dit
    Nederlandse initiatief. Zoals u aangeeft zijn nu de resultaten van een
    haalbaarheidsstudie in Nederland bekend gemaakt.
  2. Ik heb er geen weet van dat er rechtstreekse gesprekken met de Nederlandse overheid
    over dit initiatief gevoerd zouden zijn. Zoals u weet is er structureel overleg met zowel
    de Nederlandse als de Duitse overheid (NoordRijn-Westfalen) in het kader van de
    zogenaamde Trilog of trilaterale chemiestrategie.
  3. Ik verwijs naar mijn antwoord van 27 februari op verschillend vragen in de commissie
    van het Vlaams Parlement. Ik leg het dossier van de leidingstraat Antwerpen-Ruhr
    (Geleen) op korte termijn voor aan de Vlaamse Regering.
  4. De leidingstraat is bedoeld als een reservatie van ruimte om in de toekomst leidingen
    te kunnen realiseren. Er wordt ingespeeld op een snel veranderende energie-situatie.
    Het concept van common-carrier speelt daar zeker een rol in.
  5. Ik kan dat niet inschatten wanneer het Nederlandse plan operationeel zal zijn.
  6. Het spreekt voor zich dat een gelijktijdige aanleg van verschillende leidingen veel
    voordelen zou hebben. Ik stel anderzijds vast dat de energie-transitie verloopt met
    grote sprongen en dat er veel onzekerheid is over de concrete aanpak van deze
    transitie. Een gelijktijdige aanleg is zeker niet de enige optie.

Bron: https://www.vlaamsparlement.be/nl/parlementaire-documenten/schriftelijke-vragen/1610365